De chapeldiner is een positie die in het verleden in bioscopen bestond en alleen in theaters wordt bewaard. Het woord zelf wordt als gedeeltelijk achterhaald beschouwd, omdat een medewerker die de functies van bandmeester heeft vervuld, steeds vaker wordt vervangen door andere mensen in moderne theaters en bioscopen, en hun posities anders worden genoemd, bijvoorbeeld kaarthouders.
Wie is de kappeller
Kappeldiner is een Duits woord (zoals het geschreven is, kapeldiner), in vertaling betekent het "cappella medewerker". De bandmeester werkte in theaters en bioscopen. Ze controleerden kaartjes, hielpen het publiek hun plaats te vinden, maakten de stoelen schoon, trokken er dekens over en maakten vaak de hal schoon.
De chaplander deed niet alleen zijn werk, hij was als het ware de ziel van het publiek. Hij was altijd op de hoogte van het programma, kon vragen over acteurs en artiesten beantwoorden, iets vertellen over uitvoeringen en films of kijkers helpen hun vragen op te lossen.
De bandmeester in het theater
In het verleden was de bandmeester verantwoordelijk voor de verzorging van de muziekinstrumenten van het theater. Daarom zijn er door de bandmakers een aantal verbeteringen in het ontwerp van muziekinstrumenten aangebracht.
In het prerevolutionaire Rusland hield de bandmeester in theaters zich bezig met het controleren van de kaartjes van bezoekers, ze naar de juiste plaatsen te begeleiden en ook te letten op de naleving van de orde in de zaal.
De aanwezigheid van de bandmeester zorgde voor een bijzondere sfeer. Regelmatige bezoekers kenden de bandleden persoonlijk en begroetten hen als goede vrienden.
In de moderne wereld is de functie van dirigent in sommige theaters nog steeds behouden, maar er zijn nieuwe zorgen ontstaan in deze positie: bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat kijkers tijdens de presentatie geen mobiele telefoons gebruiken.