'God is liefde' - dit gezegde kan de basis worden genoemd van zowel het christelijke dogma als de christelijke moraal. De manifestaties van christelijke liefde zijn talrijk en gevarieerd, en vriendschap is er een van.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/66/chto-vklyuchaet-v-sebya-ponyatie-hristianskoj-druzhbi.jpg)
Vriendschap werd te allen tijde en in alle culturen overwogen en wordt nog steeds beschouwd als een van de belangrijkste deugden, maar het christendom gaf een nieuwe betekenis aan dit concept, dat niet in het heidendom kon zijn.
Al in het Oude Testament verschijnt vriendschap als een van de grootste waarden. Prediker prijst vriendschap, in contrast met het verdriet van eenzaamheid: "Twee zijn beter dan één
.want als de ene valt, zal de andere zijn metgezel opvoeden. Maar wee een als hij valt, en er is niemand die hem zou optillen."
Er wordt veel gezegd over vriendschap in het boek van de gelijkenissen van Salomo: "Een trouwe vriend is een sterke verdediging; wie het vindt, vindt een schat." De wijze koning Salomo zegt dat vriendschap oprechtheid impliceert. Niemand anders ziet de gedachten en bedoelingen van de mens zo duidelijk als een vriend, en dergelijke relaties dienen de spirituele groei van de mens, zijn morele verbetering.
In de oudtestamentische verhalen vind je veel voorbeelden van oprechte, pure vriendschap. Het zijn deze relaties die David en Jonathan binden. 'De ziel van Jonathan hechtte zich aan de ziel en Jonathan hield ervan als zijn ziel' - in deze beschrijving van vriendelijke gevoelens zie je het prototype van het komende christelijke morele principe: 'Heb je naaste lief als jezelf.' Deze vriendschap doorstaat alle beproevingen. Het is opmerkelijk dat Jonathan de zoon is van koning Saul en dat David, hoewel hij voorbestemd was om koning te worden, van oorsprong een eenvoudige herder was, en dit bemoeide zich niet met de vriendschap van jonge mensen. In dit opzicht verschilt het begrip van vriendschap in het Oude Testament van de oude benadering, volgens welke vriendschap alleen mogelijk is tussen gelijken.
Desalniettemin kan men in het algemeen opmerken dat het begrip van vriendschap in het Oude Testament in veel opzichten dicht in de buurt komt van wat ook in het heidendom mogelijk is. In de oude Griekse mythologie en literatuur zijn er ook veel voorbeelden van trouwe vriendschap. Het is voldoende om helden als Orestes en Pilad te herinneren: Pilad helpt een vriend en gaat in conflict met zijn eigen vader, d.w.z. vriendschap staat boven verwantschap.
In het Nieuwe Testament, d.w.z. in het christendom, in het concept van vriendschap, verschijnt er een nieuwe tint, die voorheen niet kon zijn. In een heidense wereld kon vriendschap alleen mensen binden. Griek noch Romein konden zich de vriendschap van de mens met de goden voorstellen, omdat de mens niet gelijk aan de goden kon zijn. Er is geen motief voor de vriendschap van de mens met God in het Nieuwe Testament - de mens en God zijn te gescheiden door de niveaus van Zijn om vrienden te worden.
In het Nieuwe Testament kan een fundamenteel ander beeld worden waargenomen. De Heiland verklaart rechtstreeks aan mensen: 'U bent mijn vrienden, als u doet wat ik u gebied. Ik noem u geen slaven
.Ik noemde je vrienden. "Deze benadering lijkt logisch als je bedenkt dat Jezus Christus de" onafscheidelijk niet-versmolten "goddelijke en menselijke natuur combineert: mensen kunnen vrienden zijn met God die een mens is geworden.
De basis van de relatie van zo iemand met God is niet angst voor hemelse straf, maar liefde, angst om de Vriend van streek te maken en Zijn hoop niet te rechtvaardigen. De beroemdste uit het Nieuwe Testament gezegde over vriendschap krijgt een speciale betekenis: "Er is niet langer die liefde, alsof iemand zijn ziel zou geven voor zijn vrienden." Dit is tenslotte precies wat de Heiland doet, zichzelf opofferen voor de redding van mensen in wie Hij zijn vrienden ziet. Zo wordt het offer van de Heiland ook een oproep om relaties op te bouwen met God en met anderen op basis van oprechte vriendschap, terwijl we er tot het einde trouw aan blijven.