De doop van de Heer is een gebeurtenis die in de evangeliën wordt beschreven en die vertelt hoe Johannes de Doper de Heiland doopte in de wateren van de Jordaan. De doop van de Heer, of Driekoningen, is een van de grote christelijke feestdagen, opgericht ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis.
Doop in Jordanië
Volgens de Heilige Schrift predikte in de oudheid de profeet Johannes de Doper aan de oevers van de Jordaan. Hij verscheen aan de oevers van de Jordaan om het volk voor te bereiden op de komst van de verwachte Messias. Veel mensen kwamen naar de rivier om religieus te baden. Johannes wendde zich tot hen en eiste bekering en morele zuivering.
Toen de verwachting van de Messias op zijn hoogst was, kwam Jezus naar de Jordaan. John vond het onwaardig hem te dopen. Hij zei dat hij van Jezus moest worden gedoopt. Maar hij antwoordde dat het nodig was om zijn bestemming te vervullen en de ritus te leiden.
Na het einde van de ceremonie gebeurde er een wonder. De hemel ging open en de Geest van God daalde neer op Jezus in de vorm van een duif. Toen hoorden de mensen de stem van God de Vader: "Dit is mijn geliefde zoon, met wie is mijn zegen." Daarom wordt de doop van de Heer ook wel de openbaring genoemd. Tijdens de doop verschenen alle drie de gezichten van de Heilige Drie-eenheid.
Na de doop trok Jezus Christus zich veertig dagen terug in de wildernis. Hier vastte en bad hij. Volgens evangelieverhalen kwam de duivel in de wildernis van Christus in verleiding. Hij neigde hem tot zonde, beloofde de rijkdom en zegeningen van de aarde. Maar alle verleidingen werden afgewezen.