Vóór de uitvinding van munten werd de rol van geld gespeeld door objecten van een bepaalde waarde in de ogen van degenen die bereid waren de goederen ervoor in te wisselen. Dergelijke artikelen werden een tussenpersoon tussen fabrikanten. Geleidelijk werden deze stukken metaal tussenpersonen, die een universeel middel voor accumulatie en circulatie werden.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/79/dlya-chego-pridumali-dengi.jpg)
De rationele oorsprong van geld
Voorstanders van deze theorie zijn Paul Samuelson en John C. Gelbraith. Ze geloven dat geld tot stand is gekomen als gevolg van een overeenkomst tussen mensen. Dat wil zeggen dat de menselijke samenleving in een bepaald stadium besloot om monetaire functies toe te wijzen aan edele metalen.
De evolutionaire oorsprong van geld
Deze benadering omvat de overgang naar geld om objectieve redenen, waaronder: arbeidsverdeling, scheiding van eigendommen van producenten, economische groei, de noodzaak om een billijk equivalent van ruil te observeren.
Om te begrijpen waarom ze met geld kwamen, is het de moeite waard om hun belangrijkste functies te overwegen.