Veel mensen vragen zich af of Christus de dood vrijwillig heeft aanvaard of dat God de Vader hem heeft gestuurd. Er wordt vaak aangenomen dat het de Vader was die Christus zond. Tegelijkertijd bevat het evangelie zelf een plot van Getsemane-gebed, waarin Christus God de Vader vraagt dat de beker van lijden door de Heiland gaat. De orthodoxe kerk beantwoordt echter anders de gestelde vraag.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/84/dobrovolno-li-iisus-hristos-poshel-na-smert.jpg)
In het orthodoxe christendom wordt een duidelijk antwoord gegeven op de gestelde vraag. Christus accepteert het lijden vrijwillig voor de redding van de mensheid. In dogma is er het concept van de Eeuwige Raad van de Drie-eenheid. Dit omvat niet alleen advies over de schepping van de mens, maar ook de oorspronkelijke boodschap van de Drie-eenheid God over de val van de mens en de noodzaak om deze te redden door de dood aan het Kruis van de tweede Persoon van de Heilige Drie-eenheid.
In het evangelie zegt Christus direct dat hij vrijwillig zijn leven geeft: 'Niemand neemt mijn leven van mij af, maar ik geef het zelf weg' (Johannes 10, 18). Deze tekst geeft duidelijk aan dat er geen dwang was van God de Vader met betrekking tot het offer van de Heiland aan het kruis. Zoals eerder vermeld, werd deze manier van redding door de mens oorspronkelijk verschaft door de Eeuwige Raad.
Met betrekking tot het gebed in de hof van Getsemane is het de moeite waard het volgende uit te leggen. In Christus waren er twee goddelijke en menselijke naturen. Christus was als mens van nature 'bang' voor de dood. Daarom moet gebed worden opgevat als een menselijke daad. Bovendien was voor de mensheid zelf de dood van Christus ook onnatuurlijk in die zin dat er geen zonde op stond (het is de dood die het gevolg is van de zonde). De Heiland accepteert echter vrijwillig de lichamelijke dood en vergelijkt zichzelf met alle mensen (behalve zonde).
Het is ook de moeite waard om te praten over de twee testamenten in Christus (menselijk en goddelijk). Op een bepaalde plaats wordt juist over de menselijke wil in Christus gesproken. Het is ook vermeldenswaard dat in de Heiland zelf de menselijke wil niet in strijd was met de goddelijke wil, maar synergetisch was met de goddelijke wil.
Een andere passage in de Bijbel die de vrijwillige dood van Christus aangeeft, is een profetische passage uit het boek van de profeet Jesaja, die zegt: "Wie moet ik sturen en wie zal voor ons gaan? Toen antwoordde ik: hier ben ik! Stuur mij!" (6e hoofdstuk, 8e vers). Deze plaats is echter een indirecte bevestiging van de vrijwillige dood van Christus (in tegenstelling tot de passage van het evangelie van Johannes).
De dood van Christus was dus vrijwillig. God de Vader dwong Christus niet om dit te doen.
Een andere vraag: aan wie werd het kruisoffer gebracht? In de orthodoxe theologie is de meest dogmatisch correcte mening dat het offer werd gebracht aan de hele heilige drie-eenheid.