Sinds de oudheid is er speciale aandacht besteed aan de hel - een plaats waar zondaars op eeuwige pijniging wachtten. Bovendien hadden verschillende religies en volkeren hun eigen mythen, die op de een of andere manier de locatie van de hel aanduidden.
Hel in oude mythen
In bijna alle oude mythen bevindt de hel zich als een integraal onderdeel van het hiernamaals in de kerker. Bovendien konden alleen de doden en, in een uitzonderlijk geval, alle goden daar komen. De poorten van de hel werden altijd bewaakt. In de meeste mythen in de onderwereld van de doodsgod is er een rivier waardoor een speciaal personage wordt getransporteerd - een dirigent. In de oude Griekse mythologie is er bijvoorbeeld geen duidelijke scheiding van hel en paradijs als zodanig. Er is een ondergronds donker koninkrijk van Tartarus, waarover Hades heerst en waar iedereen onvermijdelijk valt na de dood. De oude Grieken geloofden dat de ingang ervan ergens in het westen was en dat de dood zelf in verband werd gebracht met het westen. In het ondergrondse koninkrijk Hades stroomde de rivier van vergetelheid Leta. De oude Grieken noemen ook de rivier de Styx, waar de dirigent Charon de schaduwen van de doden doorheen voerde. Het gebrek aan duidelijke lijnen tussen hel en paradijs en het bestaan van één enkel ondergronds koninkrijk in de ogen van de oude volkeren is voornamelijk te danken aan het syncretisme van hun denken. Ze zagen zichzelf als onderdeel van de natuur, iets onvervreemdbaars.
Religie en literatuur over de verblijfplaats van de hel
Christelijke en moslimreligies maken duidelijk onderscheid tussen hemel en hel. De hel blijft ook in de onderwereld en de hemel is in de hemel. Bovendien is er geen verwijzing naar de exacte locatie van de hel, maar een indicatie dat het onder de grond is.
Het boeddhisme spreekt van een enorm aantal hellen en hun speciale structuur, en hun locatie wordt beschouwd als de ingewanden van de aarde onder het Jambudvipa-continent.
Ook de auteurs van een aantal werken gaan over het onderwerp hel. Dante Alighieri schrijft bijvoorbeeld in zijn 'Divine Comedy', waarin hij de negen cirkels van de hel beschrijft, dat de locatie van de hel een enorme trechter is die het aardcentrum bereikt.