Taalkundigen en historici zijn geneigd te geloven dat de vroegste geschreven teksten bijna vijfduizend jaar geleden in Egypte verschenen. Oude geschriften zijn lang geleden ontdekt, maar de teksten konden lange tijd niet worden ontcijferd. Slechts twee eeuwen geleden werd de eerste van de hiërogliefen gelezen die de tijdgenoten bereikten.
Op de drempel van ontdekking
Het ontrafelen van de oude Egyptische teksten en het vertalen ervan in moderne talen bleek vrij moeilijk. Hoe kunt u inderdaad geheime brieven lezen die zijn geschreven in talen die lange tijd niet zijn gebruikt en eigendom van de geschiedenis zijn geworden? Immers, noch grammaticagidsen noch woordenboeken van de oude taal stonden ter beschikking van wetenschappers.
De Franse wetenschapper en taalkundige Jean Francois Champollion kon het geheim van de Egyptische hiërogliefen onthullen. Hij was een veelzijdig opgeleide en begaafde onderzoeker die verschillende moderne en oude talen kende. Al op jonge leeftijd vroeg Champollion zich af of het mogelijk was om de sleutel te vinden tot het ontrafelen van de mysterieuze tekens waaruit het Egyptische schrift bestond.
Een onderzoekende onderzoeker beschikte over een massieve stenen plaat met inscripties erop, die aan het einde van de 18e eeuw door Franse soldaten werd ontdekt in de buurt van een Egyptische stad genaamd Rosetta. De zogenaamde Rosetta-steen werd uiteindelijk een Engelse trofee en werd naar Londen gebracht, waar het een prominente plaats innam als een tentoonstelling van het British Museum.
Aan het begin van de 19e eeuw werd een kopie van de stenen plaat met hiërogliefen geleverd aan de hoofdstad van Frankrijk.
Hoe werden de Egyptische karakters ontcijferd
Champollion begon het geschreven monument te bestuderen en ontdekte dat het onderste deel van de tekst in Griekse letters was uitgevoerd. Met een idee van de oude Griekse taal heeft de wetenschapper dit deel van de inscriptie gemakkelijk hersteld. De Griekse tekst verwees naar de heerser van Egypte, Ptolemaeus V, die tweehonderd jaar vóór het nieuwe tijdperk regeerde.
Boven de Griekse tekst stonden pictogrammen in de vorm van haken, streepjes, bogen en andere ingewikkelde symbolen. Nog hoger waren de afbeeldingen van figuren, mensen en dieren in combinatie met huishoudelijke artikelen. Champollion kwam tot de conclusie dat het eerste deel van de onbegrijpelijke tekst later Egyptisch cursief was en dat het bovenste eigenlijk de hiërogliefen waren waaruit het oude Egyptische schrift bestond.
Als uitgangspunt voor decodering koos de wetenschapper voor de veronderstelling dat alle drie de teksten van het monument hetzelfde rapporteerden.
Lange tijd kon de wetenschapper de betekenis van de mysterieuze tekens van het Egyptische schrift niet doordringen. Na veel zoeken en pijnlijk overleg, suggereerde Champollion dat de Egyptenaren in de oudheid tekens gebruikten die een semantische lading droegen, samen met letters. Hij zocht naar letters in eigennamen, die hij al kende uit de Griekse tekst. Het werk ging heel langzaam. Het ene woord na het andere samengesteld, leerde de onderzoeker geleidelijk oude hiërogliefen lezen.
In september 1822, een paar weken na de ontdekking, maakte Champollion een sensationeel rapport aan de Academie van Parijs. Na enige tijd slaagde de wetenschapper erin de inhoud te achterhalen van andere oude Egyptische teksten die liedjes en magische spreuken bevatten. In deze jaren werd een nieuwe wetenschap geboren: Egyptologie.
Gerelateerd artikel
Enge feiten over de Bermudadriehoek