Onze voorouders Slaven in de verre tijden van de Grote Migratie van Volken kwamen van Azië naar Europa. In de loop van de tijd vestigden ze zich in heel Eurazië en vormden hun eigen dorpen en vervolgens steden.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/42/kak-zhili-nashi-predki.jpg)
Gebruiksaanwijzing
1
De Slaven woonden in kleine nederzettingen langs de oevers van rivieren en meren. Hun eerste woningen waren schuilplaatsen, bedekt met aarde en riet. In het koude seizoen staken ze roodgloeiende stenen in brand en vulden ze vervolgens met water en verbrandden de dug-out met warme stoom. In de toekomst veranderden de huizen van onze voorouders. Ze begonnen rieten hutten met klei te smeren. En toen begonnen ze uit boomstammen meer solide structuren te bouwen. Dergelijke hutten verdronken in het zwart - in het midden werd een haard gefokt, waarvan de rook in het gat in de muur of het plafond ging.
2
Door het barre klimaat leerden onze voorouders warme kleding voor zichzelf maken van dierenhuiden. Om succesvol te jagen, beheersten mensen wapens als pijl en boog, speer, stenen bijl en bijl. Gewapend kan een persoon zelfs omgaan met de eigenaar van het bos - een beer. In het warme seizoen bestonden de kleding van de Slaven alleen uit een hemd en een broek voor mannen, en een lang hemd voor vrouwen.
3
De belangrijkste bezigheden van de Slaven waren de zorg voor hun eigen welzijn. Ze waren bezig met landbouw, vonden nieuw gereedschap uit, hielden vee groot: varkens, koeien, geiten en schapen. Stieren en paarden werden in de landbouw gebruikt. Ook aten de Slaven paddenstoelen en bessen, verzamelden honing van wilde bijen en visten.
4
Byzantijnse auteurs beschreven de Slaven in hun geschriften: het zijn fysiek sterke, sterke, blonde mensen, ze hebben een hoog postuur en een sterk lichaam. In gevechten met vijanden zijn ze dapper en onvermoeibaar. De Slaven vechten met behulp van zwaarden, boog en pijlen en verdedigen zichzelf met grote schilden.
5
Slavische jongens van jongs af aan werden opgevoed als toekomstige krijgers. Ze leerden zich bloedgrieven te herinneren, om eerlijk te zijn, sterk van geest en lichaam. De meisjes werkten met hun moeder aan het huis, de fabricage en reparatie van kleding.
6
De religie van onze voorouders was heidens. Ze aanbaden de goden die ze associeerden met natuurlijke fenomenen en elementen: Perun - de god van donder en bliksem, Stribog - de god van de wind, Svarog - de god van de hemel, enz. De natuurverschijnselen onder de Slaven waren geanimeerd, daarom was de belangrijkste aanbidding van de elementen offer.
7
Van de kunst onder onze voorouders was houtsnijwerk vooral populair. Van een boom maakten ze huishoudelijke artikelen, speelgoed voor kinderen en muziekinstrumenten: gusli, pijpen, toeters.