Overheidsregulering in de economie wordt meestal geassocieerd met tal van verboden en beperkingen die gelden voor buitenlandse fabrikanten die met binnenlandse concurreren. Een dergelijk beleid wordt gewoonlijk protectionisme genoemd.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/06/kakim-bivaet-gosudarstvennoe-regulirovanie.jpg)
Protectionisme wordt vaak geassocieerd met het principiële beleid van de leiding van een staat of land, met als belangrijkste kenmerk de krachtige ondersteuning van de belangen van lokale producenten door een strakke, bijna totale controle over de invoer van buitenlandse goederen in het grondgebied. Dit omvat ook andere maatregelen van financiële aard met betrekking tot het concurrentievermogen van verschillende groepen goederen en diensten, waaronder regulering en wijdverbreide prijscontrole op het niveau van de staatsmacht.
Protectionisme is onderverdeeld in totaal en selectief; deze typen bestaan afhankelijk van de reikwijdte van het beschermingsbeleid van verschillende industrieën. Onder andere wordt zowel sectoraal als algemeen of collectief protectionisme vaak uitgelicht, er is ook latent, of impliciet, corruptie en zelfs "groen" protectionisme geassocieerd met het gebruik van algemeen aanvaarde beginselen van het milieurecht in het belang van de staat.
Het is interessant dat protectionisme als concept in de 17e eeuw verscheen tijdens de krachtige opkomst van Europese landen van hun binnenlandse productie, als een van de belangrijkste manieren om een positief begrotingsevenwicht te bereiken.
Rusland nam de ervaring van andere landen pas in de 19-20 eeuw over en voerde een groot aantal verschillende maatregelen in, zoals de aanscherping van de invoerrechten en belastingen voor buitenlanders, die voornamelijk tot een serieuze ontwikkeling van de productie leidden, maar die de slechte kwaliteit van veel binnenlandse goederen veroorzaakte.