Surrealisme ontstond aan het begin van de 20e eeuw. Het is een soort reïncarnatie van symboliek. Het woord 'surrealisme' komt van het Franse surrealiet, wat zich vertaalt als 'kunst van het bovennatuurlijke'.
Kenmerken van het surrealisme
Zelfs vóór Dada verschenen de kenmerken van het surrealisme in de werken van Giorgio De Chirico en Marc Chagall.
Kunsthistorici noemen de voorlopers van het surrealisme Jerome Bosch en Francisco Goya met hun vreemde en bizarre beelden. Een grote rol bij het ontstaan van deze trend werd ook gespeeld door Dada (uit het Franse dada, wat zich vertaalt als "een houten paard voor kinderen"). Vertegenwoordigers van deze artistieke beweging verwierpen de regelmaat en integriteit van de compositie. Ze hebben hun werken gebouwd met behulp van willekeurige objecten.
Surrealistische composities missen ook orde. Alles is daar willekeurig. De opkomst van het surrealisme wordt geassocieerd met de medische theorie die aan het begin van de 20e eeuw bestond over de aanwezigheid van duistere krachten in het menselijke onderbewustzijn, op zoek naar ondergeschikt bewustzijn. Surrealistische kunstenaars waren erg gepassioneerd door deze theorie, die tot uiting kwam in hun schilderijen. Met hun schilderij probeerden ze aan het publiek te bewijzen dat een onbekende kracht, verborgen in de diepten van de hersenen, deelneemt aan de creatie van hun werken.
Figuren van mensen en dieren, verschillende objecten die op de doeken van de surrealisten worden weergegeven als iets ongewoons, dat doet denken aan vreemde visioenen of vreselijke dromen. Dergelijke vaak angstaanjagende beelden kunnen voorkomen in de hersenen van een persoon onder hypnose of in trance.