In het oude Egypte is Khnum de god van de vruchtbaarheid en pottenbakkers, de heer en bewaker van de stormachtige stroomversnellingen van de Nijl en de schepper van mens en dier. Volgens de legende heeft Khnum ze gemaakt van klei met een pottenbakkerswiel.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/96/kto-takoj-egipetskij-bog-hnum.jpg)
Welke functies heeft Khnum uitgevoerd
Het is bekend dat Khnum in het oude Egyptisch "schepper" betekent. Er werd aangenomen dat hij de goden, mensen en dieren had geschapen. In een van de graven vertelt hiërogliefenschrift hoe Khnum klei nam en de eerste mensen vormde met een pottenbakkerswiel.
Sommige geleerden zien een parallel met de Bijbel, volgens welke Adam werd geschapen door de god van rode klei. Ondanks de erefuncties van de demiurg, werd Khnum niet algemeen vereerd. De verspreiding van zijn cultus was beperkt tot de provinciesteden Elephantine en Letopol, waar de centrale heiligdommen zich bevonden.
Elephantine - de belangrijkste plaats van verering van Khnum - is een stad in de Aswan-depressie, vlakbij de eerste stroomversnellingen van de Nijl. De stad lag vlakbij Nubië, bewoond door zwarte mensen. Van hieruit komt waarschijnlijk de traditie van het uitbeelden van een zwarte god.
God betrad de zogenaamde Olifanten-triade van Nijlgoden - Khnum, Satis en Anuket. Khnum werd afgebeeld in de vorm van een man met een ramskop met spiraalvormig gedraaide hoorns. Een andere beschrijving van Khnum werd bewaard door Plutarchus: God had een donkere huid, was menselijk, had een scepter in zijn hand en een koninklijke veer op zijn hoofd. In latere tijden werd God zonnig en werd hij geïdentificeerd met Amon, Ra en Osiris.
De vader van Khnum werd beschouwd als de eerstgeboren god Nun, die de ongerepte oceaan van chaos symboliseerde, waar Ra en de schepper van de wereld Atum vandaan kwamen.