Volgens de Chinese annalen werd papier uitgevonden in 105 CE, terwijl de geschiedenis van het schrijven veel eerder begon, al in 6000 v.Chr. In het begin gebruikten oude mensen natuurlijke materialen om te schrijven, sommige gesneden inscripties direct op de rotsen, daarna begonnen verschillende volkeren (Egyptenaren, Sumeriërs, oude Grieken en Romeinen) hun eigen schrijfmateriaal uit te vinden. Onderzoekers onderscheiden 2 hoofdgroepen van materialen voor oud schrift.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/85/na-chem-pisali-v-starinu.jpg)
Stevige materialen
Deze groep omvat: steen, metaal, bot, hout, keramiek. De wetenschap die de oude inscripties op vaste materialen bestudeert, wordt epigrafie genoemd. De meest populaire materialen die door de meeste mensen werden gebruikt, waren hout en steen. Eerst werden eiken- en lindeplanken gebruikt, daarna werden ze witter en bedekten ze met een laag gips. Interessant is dat het Latijnse woord liber, vertaald als "boek", nog een betekenis heeft: eik. Daarom zijn veel gespecialiseerde wetenschappers geneigd te geloven dat het boek zo'n naam draagt omdat de Ouden het op een boom schreven.
Ook zijn er verschillende metalen gebruikt om te schrijven. Zo schreven de oude Grieken magische spreuken op kleine loden platen om boze geesten weg te jagen. De Romeinen graveerden de wetten en voorschriften van de senaat op bronzen platen. De ervaren soldaten van het Romeinse leger, die zich terugtrokken, ontvingen zoiets als een document over privileges, dat ook op twee bronzen platen was getekend. Bovendien leerden ze zelfs ingelegde inscripties te maken door letters van metaal in een uitsparing op een metaal of steen te steken. Om het effect van plechtigheid te versterken, gebruikten Romeinse ambachtslieden verschillende materialen en varianten van hun combinatie: koperen letters op steen, zilver op koper, goud op zilver.