Het concept van "mensen" is uitgebreid, deze categorie kan elke etnische groep of zelfs de hele bevolking van de staat omvatten. Als sociale gemeenschap integreren mensen door middel van productie, dit is een populaire activiteit met een sociaal karakter.
Arbeid als eenheidsfactor
Gezamenlijk werk, dat een bepaald aantal individuen verenigt, helpt bij het ontwikkelen van een vergelijkbare houding ten opzichte van levenswaarden en tradities voor elke persoon. In dit geval begrijpt de sociologie in dit geval arbeid niet als de productie van iets of verwerking, maar als een wereldwijd proces.
Vóór de Renaissance werd het concept van 'mensen' uitsluitend geassocieerd met het idee van een gemeenschap van mensen, er was zelfs een beschrijvend concept van 'de kudde van Christus', synoniem met de categorie 'mensen'. Het is duidelijk dat een dergelijke ontologische interpretatie geen sociologische basis heeft, met dit begrip is er geen interne gradatie (iedereen is gelijk in de kudde, alles wordt afgewisseld), functionaliteit. Ondertussen werd met de ontwikkeling van filosofisch denken en de ontwikkeling van een aantal sociale concepten om het individu en de gemeenschap te begrijpen, duidelijk dat de 'mensen', zelfs als een stam, heterogeen zijn, er zijn groepen, micro en macro, er zijn collectieven die een rol spelen bij de vorming van een volk, een natie, de vorming van het historische proces.