In de geschiedenis van de mensheid zijn er veel witte vlekken die in de toekomst nog moeten worden opgelost. Een van deze puzzels was en blijft het semi-mythische Atlantis.
Al sinds de oudheid probeerden ze Atlantis te vinden. Sommige zoekers denken dat ze ergens in de Middellandse Zee is gezonken. Anderen proberen te bewijzen dat het nog steeds aan de oppervlakte is en dat het deel uitmaakt van een of ander continent. Weer anderen verdedigen koppig hun mening dat Atlantis gewoon fictie is en niets meer. Dat er geen gram waarheid in het verhaal over haar zit en dat informatie over haar niet serieus kan worden genomen. En het begon allemaal met een beroemde oude Griekse schrijver, filosoof, wetenschapper en gewoon een slim persoon.
Aristocles - "Breedgeschouderd"
Onder de naam Aristocles verbergt de bekendere bijnaam Plato of van het oude Grieks - breedgeschouderd. Deze man, een leerling van Socrates, de grondlegger van de theorie van het primaat van ideeën over materie, een voorstander van utopisch totalitarisme in de organisatie van een ideale staat, staat ook bekend om zijn beschrijving van Atlantis. In zijn werken kun je een indicatie vinden dat het eiland Atlantes ten westen van de Pilaren van Hercules lag, vlakbij de bergen van Atlanta.
Het eiland werd bewoond door hoogontwikkelde mensen. Ze bezaten wetenschap, kunst en waren hun tijd ver vooruit. Maar om onbekende redenen, mogelijk als gevolg van technogene activiteit, werd het eiland na een zware aardbeving onder water begraven. Plato geeft de tijd ongeveer negenduizend jaar geleden aan. Als je rekening houdt met de tijd van de wetenschapper zelf, moet je er nog 500 jaar bij optellen, na 9.500 voor Christus.
