De cultus van de godin Ishtar is ontstaan in het oude Mesopotamië, op het grondgebied van het moderne Irak. In Perzië stond het bekend als Istar, in Israël als Ashtoret. De Grieken noemden haar Anunith, Nana, Inanna.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/60/pochemu-vorota-bogini-ishtar-golubogo-cveta.jpg)
Ishtar was de godin van liefde, passie, vruchtbaarheid, natuur en werd vaak afgeschilderd als een mooie vrouw wiens lichaam was overgroeid met tedere, groene scheuten.
In die verre dagen, in de 7-5e eeuw voor Christus, bevonden zich in Mesopotamië verschillende koninkrijken: Assyrisch, Sumerisch, Akkadisch en Babylonisch. De invloed van de Ishtar-cultus verspreidde zich snel naar alle landen van het Midden-Oosten.
Informatie over de godin Ishtar is bewaard gebleven in het oudste literaire werk: het epos over Gilgamesj, dat meer dan duizend en een half jaar is geschreven.
De cultus van de godin Ishtar
De naam Ishtar vertaalt zich als "Clear Sky". Blauwe kleur is een oud Sumerisch teken van de godin Inanna. Het volledige teken van Ishtar of Inanna bestond uit een ronde krans met een geweven lint erin, die twee uiteinden vormt en een zespuntige ster in het midden. Ishtar was ook de godin van de hemel.
In Babylon werd Ishtar ook beschouwd als de beschermvrouwe van priesteressen van liefde en hoeren. Er was zelfs tempelprostitutie.
Elke dag moesten verschillende vrouwen op een speciaal daarvoor bestemde plaats in de buurt van de heiligdommen van Astarte zitten en zichzelf aan de passerende mannen geven voor een munt. Pas na zo'n bijzonder ritueel konden vrouwen zich een volwaardige minnares van de stad voelen. Het jaar daarop werd het ritueel herhaald.
In de 7e eeuw voor Christus, in Babylon en in heel Klein-Azië, was de cultus van Ishtar de belangrijkste.