Relatie met religie is zo complex dat het simpelweg onmogelijk is om het uit te putten vanuit twee gezichtspunten. Er zijn veel posities en het verschil tussen beide kan zo onbeduidend zijn dat je er niet achter kunt komen zonder woordenboek. In het bijzonder vinden mensen het vaak onduidelijk wat het verschil is tussen een 'atheïst' en een 'agnost', als geen van beide verwijst naar een religie.
Atheïsme is de zekerheid van de afwezigheid van God of een andere hogere geest. Vaak omvatten atheïsten mensen die de mogelijkheid van het bestaan van paranormale verschijnselen ontkennen. In het algemeen gelooft een atheïst niet in iets dat niet door experiment of door observatie kan worden bewezen.
Een agnost is minder kritisch. Hij zegt niet met zekerheid dat er geen God is, hij meldt alleen dat het onmogelijk is om in dit opzicht het exacte antwoord te vinden. Met andere woorden, een persoon beschouwt elke discussie over concepten die niet bewezen of weerlegd kunnen worden als zinloos. Een dergelijk standpunt impliceert dat de houder ervan, in aanwezigheid van een voldoende aantal onbetwistbare argumenten, beide kanten kan kiezen.
Het is belangrijk op te merken dat twijfels over de religieuze overtuiging van de ware God helemaal geen agnosticisme zijn. Iemand die niet zeker is van de legitimiteit van de instelling van de kerk zelf of de plausibiliteit van een bepaalde religie verwijst naar antiklerikalisme.
Het eenvoudigste en minst juiste antwoord op de vraag in de kop zou zijn: 'De atheïst weet het zeker, maar de agnostische twijfels.' Het is waar in deze verklaring dat atheïsme het bestaan van God kritisch verwerpt en de oerknaltheorie veel gewilliger accepteert. Agnosticisme is echter niet noodzakelijk een integraal wereldbeeld.
Natuurlijk kan hij in deze zin spreken: de overtuiging dat de wereld objectief onkenbaar is voor de mens. Maar dit is niet in tegenspraak met atheïsme of enig ander geloof. De erkenning van onbewezenheid is belangrijk. De positie van een agnostische theïst zou bijvoorbeeld zijn: 'Ik weet dat het onmogelijk is om het bestaan van God te bewijzen, maar ik wil in hem geloven.' De wetenschap is niet slechter: 'In het huidige stadium van de wetenschap is het onmogelijk om de afwezigheid van God te bewijzen, maar ik weet zeker dat dat zo is.'