In de Japanse stad Nara zijn veel objecten opgenomen in het UNESCO Werelderfgoed. Onder hen de opmerkelijke boeddhistische tempel Todai-ji, die wordt beschouwd als de grootste houten structuur ter wereld. Het herbergt een gigantisch bronzen beeld van Boeddha Vairochan.
De bouw van de tempel begon met het feit dat in de achtste eeuw verschillende rampen en epidemieën op Japan vielen. Een sterke wind scheurde daken van huizen, regen overspoelde gewassen. Door kou en honger kwamen er ziekten tevoorschijn die mensen begonnen te lijden. Het was dringend noodzakelijk om de hulp van goede krachten in te roepen.
In 743 vaardigde de Japanse keizer Shomu een decreet uit volgens welke de bewoners een Boeddhabeeld moesten bouwen en hem om bescherming moesten vragen. Alle Japanners waren bereid het decreet van hun keizer uit te voeren. Ze geloofden dat Boeddha hen zou helpen.
Zoals later vermeld in de kronieken, namen meer dan 2 miljoen mensen deel aan de bouw van het Boeddhabeeld en de pagode eromheen. De kunstenaar en beeldhouwer Kuninaka no Muradzi Kimimaro creëerde een project van een reus van 15 meter. Ze besloten het bronzen beeld te maken, dat in heel Japan en zelfs in China werd verzameld. Het beeld is in delen gegoten en vervolgens gecombineerd.
Naarmate de Boeddha groter werd, groeide ook de tempel in aanbouw. In 745 was de bouw voltooid. De tempel bereikte een hoogte van bijna 100 meter. Er wordt aangenomen dat het in die tijd het hoogste houten bouwwerk ter wereld was. Toegegeven, de bronzen Boeddha werd nog eens 6 jaar voltooid. Eindelijk was hij er klaar voor. De constructie kostte 500 ton brons. Het is geïnstalleerd op een sokkel van 20 meter hoog.
Mensen kwamen naar de tempel, baden tot de Boeddha, brachten hem geschenken en vroegen om hulp. De elementen verdwenen, maar er bleef bijna geen brons in het land.
De Japanners bidden nog steeds tot de Boeddha, vraag hem om hulp en bescherming. De reuzenboeddha is niet veel veranderd; hij wordt eenmaal per jaar schoongemaakt. De tempel zelf is veel lager geworden. In 1799 werd de bovenkant afgebroken. Ze zeggen dat de aardbeving dit heeft veroorzaakt. Nu is de hoogte van de tempel ongeveer 50 meter.
Tegenwoordig bevindt zich een prachtig groen park rond de Todai-ji-tempel, waar herten, die als heilige dieren worden beschouwd, vrij rondlopen. Ze worden met grootsheid en sereniteit bekeken door de Boeddha, die, zoals de Japanse boeddhisten beweren, vrede en gratie naar deze aarde bracht.