Het wetboek van strafrecht van de Russische Federatie definieert het aanzetten tot etnische haat als openbare acties die gericht zijn op het aanzetten tot vijandigheid, haat, vernedering van iemands waardigheid op basis van ras, nationaliteit of taal.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/95/kak-proishodit-razzhiganie-mezhnacionalnoj-rozni.jpg)
Een behoedzame houding tegenover vertegenwoordigers van andere volkeren leeft in een persoon uit de oudheid. Het is gebaseerd op angst die alles wat onbekend en onbegrijpelijk is veroorzaakt, evenals op mogelijke concurrentie om middelen met een andere gemeenschap. Dergelijke relaties gaven aanleiding tot het wereldbeeld van "alien - betekent vijand". Dit wordt xenofobie genoemd.
De moderne mens heeft minder last van vreemdelingenhaat dan zijn verre voorouders, en toch komt hij onder bepaalde omstandigheden tot leven.
Spontane aanmaakhout
Soms hoeft etnische haat niet eens te worden aangewakkerd - het laait vanzelf op. De trigger is de zoektocht naar de schuldigen. Iemand kan bijvoorbeeld geen baan vinden en vindt een handige verklaring: immigranten hebben de schuld, ze hebben alle banen aangenomen. Aan de andere kant geven immigranten de inheemse bevolking de schuld van hun problemen: de autoriteiten behandelen hen beter. Hoe hoger het werkloosheidscijfer, hoe meer mensen in deze richting denken, en dit is niet de mening van een individu, maar een publieke stemming die zou kunnen leiden tot onrust en gewapende botsingen.
Een belangrijke rol in dit proces wordt gespeeld door nationale stereotypen. Er is bijvoorbeeld een vicieuze traditie om hebzucht en sluwheid toe te schrijven aan joden. Het is niet ver hiervandaan om de joden te beschuldigen van armoede van vertegenwoordigers van andere volkeren, en er zijn fantastische theorieën over de 'wereldzionistische samenzwering'. De inboorlingen van de Kaukasus worden traditioneel ook gecrediteerd met toegenomen agressiviteit, dus hebben ze haast om hen te beschuldigen van toegenomen misdaad, zelfs als er geen bewijs is dat de Kaukasiërs opnieuw een overval of verkrachting hebben gepleegd.