Het onderhoud van de zogenaamde Eeuwige Vlam bij gedenktekens, monumenten, graven en andere heilige symbolen kwam uit de oudheid, toen priesters van verschillende cultussen de heilige vlam symbolisch aanstaken. Deze traditie werd overgenomen door tijdgenoten en eert met haar hulp de herinnering aan onbekende soldaten en helden die tijdens de Grote Vaderlandse Oorlog zijn gesneuveld.
Het verhaal
Voor het eerst in de nieuwe geschiedenis van de wereld werd de Eeuwige Vlam aangestoken bij het graf van de onbekende soldaat in Parijs, vlakbij de Arc de Triomphe. De brand verscheen twee jaar na de grootse opening in het monument, waarna de Franse beeldhouwer Gregoire Calvet voorstelde om het in een speciale gasbrander te plaatsen. Met dit apparaat werd de vlam echt de Eeuwige - nu verlichtte hij het graf, niet alleen overdag, maar ook 's nachts.
Sinds 1923 wordt de Eeuwige Vlam bij het Franse Gedenkteken dagelijks verlicht met de medewerking van veteranen uit de Tweede Wereldoorlog.
De traditie van het aansteken van de Eeuwige Vlam werd overgenomen door vele staten die stads- en nationale monumenten creëerden - ter nagedachtenis aan de soldaten die stierven in de Eerste Wereldoorlog. Dus in de jaren dertig en veertig vloog de Eeuwige Vlam in brand in Tsjechië, Roemenië, Portugal, Canada, de VS en België. Vervolgens stak Polen het aan en zette zo de herinnering aan de gevallen helden van de Tweede Wereldoorlog voort, en in Berlijn gingen ze nog verder en installeerden een prisma van glas met binnen brandend vuur op de overblijfselen van een onbekende Duitse soldaat en een onbekend slachtoffer van concentratiekampen.