De gebeurtenis van de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem ging vooraf aan het vrijwillige lijden van Christus voor de hele mensheid. Deze historische gebeurtenis wordt verteld door alle vier de evangelisten. De kortste samenvatting van de toegang van de Heer tot Jeruzalem is te vinden in het evangelie van Johannes.
De intocht van de Heer in Jeruzalem werd met bijzondere plechtigheid verricht. Christus, omringd door zijn discipelen en talloze mensen, werd uit Bethanië (een dorp in de buurt van Jeruzalem) gestuurd om vrij lijden te lijden.
De evangelicalen vertellen ons dat Christus zijn discipelen vroeg hem een jonge ezel en een ezel te brengen voordat hij afdaalde van de Olijfberg naar Jeruzalem. Het was op een jong veulen dat Christus van de Olijfberg afdaalde naar Jeruzalem. Dit was een teken van vrede, aangezien paarden in het oude Israël voornamelijk werden gebruikt bij militaire operaties.
Toen Christus Jeruzalem naderde, gingen de mensen van de stad hem tegemoet met vreugdevolle uitroepen: "Hosanna in de hoogste, hosanna voor de Zoon van David." Tegelijkertijd legden mensen palmtakken voor Christus en verheerlijkten de Heiland voor al zijn wonderen, die Christus verrichtte tijdens zijn openbare bediening.
Zo'n koninklijke ontvangst was te danken aan het feit dat Christus een dag eerder was opgestaan in Bethanië Lazarus, die vier dagen dood was. Geruchten over deze gebeurtenis bereikten Jeruzalem, aangezien Bethanië in de buurt van de belangrijkste stad van het oude Israël ligt.
In het geval dat Jezus Christus Jeruzalem binnenkomt, wordt de vrijwillige lijdensweg van de Heer gezien. Christus wist dat er een paar dagen zouden verstrijken en dat mensen die Hem "hosanna" riepen, Pilatus om de kruisiging van de Heiland zouden vragen.
Het feest van de intocht van de Heer in Jeruzalem wordt in Rusland ook wel Palmzondag genoemd. Vieringen gewijd aan dit evenement in orthodoxe kerken worden gehouden op de laatste zondag voor Pasen.