Anti-utopie is een genre in fictie dat utopische samenlevingen kritisch beschrijft. Auteurs van dystopieën onderscheiden en versterken vanuit hun oogpunt de gevaarlijkste sociale trends. In tegenstelling tot utopie, roept anti-utopie de mogelijkheid op om een perfecte samenleving op te bouwen.
Anti-utopisch is een samenleving waarin negatieve trends in sociale ontwikkeling de boventoon voerden. Anti-utopische samenlevingen afgebeeld in fictie worden vaak gekenmerkt door een totalitair politiek systeem dat individualiteit onderdrukt. Auteurs van dystopieën proberen de aandacht te vestigen op bestaande problemen, die in de toekomst tot desastreuze gevolgen kunnen leiden.
Anti-utopie als literair genre
Het dystopische genre is afkomstig van de satirische werken van Swift, Voltaire, Butler, Saltykov-Shchedrin, Chesterton, enz. Echte dystopieën begonnen echter pas aan het begin van de 20e eeuw te verschijnen. De trends van globalisering en de opkomst van enigszins utopische samenlevingen (communistisch in de USSR en nationaal-socialistisch in Duitsland) dwongen de auteurs zich tot het dystopische genre te wenden.
De Duitse socioloog Eric Fromm was de eerste dystopist die de in 1908 gepubliceerde roman Iron Heel van Jack Iron London noemde. Anti-utopische romans verschenen in de 20e eeuw. De bekendste zijn de romans 'We' van Eugene Zamyatin, 'Oh Brave New World' van Aldous Huxley, '1984' en 'Animal Farm' van George Orwell, '451 graden Fahrenheit' van Ray Bradberry.