Zelfs degenen die tegenwoordig de voorkeur geven aan moderne elektronische publicaties en leesapparatuur, hebben minstens één keer in hun leven een op papier gedrukt boek opgehaald. Het gedrukte boek is een van de grootste uitvindingen van de mensheid, die het mogelijk maakt om in de wereld van kennis en artistieke beelden te duiken. Het is algemeen aanvaard dat typografie halverwege de 15e eeuw werd uitgevonden.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/63/kto-izobrel-knigopechatanie.jpg)
Uit de geschiedenis van typografie
Boeken bestonden al lang voor de uitvinding van typografie. Maar voordat ze met de hand werden geschreven en vervolgens herhaaldelijk werden gekopieerd, waarbij het juiste aantal kopieën werd gemaakt. Dergelijke technologie was extreem onvolmaakt, het kostte veel tijd en energie. Bovendien sloop bij het kopiëren van boeken fouten en vervormingen bijna altijd in de tekst. Manuscriptboeken waren erg duur en konden daarom niet wijd verspreid worden.
De eerste gedrukte boeken verschenen blijkbaar al in de 9e eeuw voor Christus in China en Korea. Hiervoor zijn speciale printplaten gebruikt. De op papier te reproduceren tekst werd in spiegelbeeld getekend en vervolgens met een scherp stuk gereedschap op het oppervlak van een plat stuk hout uitgesneden. Het resulterende reliëfbeeld werd besmeurd met verf en stevig tegen het vel gedrukt. Het resultaat was een afdruk die de brontekst herhaalde.
Deze methode vond echter geen brede verspreiding in China, omdat het telkens nodig was om de hele tekst lange tijd op een printplaat uit te snijden. Sommige vakmensen probeerden al een vorm van bewegende tekens uit te voeren, maar het aantal karakters in het Chinese schrift was zo groot dat zo'n methode erg tijdrovend was en zichzelf niet rechtvaardigde.