Het Griekse woord 'filosofie' duidt iemands wens aan om de essentie, de aard van verschijnselen, te begrijpen. Letterlijk wordt het woord 'filosofie' uit de Griekse taal vertaald als 'enige wijsheid'. De belangrijkste vraag waar de hele filosofie om draait is het begrijpen van de zin van het leven voor een individu en zijn plaats in de wereld.
![Image Image](https://images.culturehatti.com/img/kultura-i-obshestvo/40/pochemu-voznikla-filosofiya.jpg)
En in de oudheid waren er mensen die zich zorgen maakten over vragen over het zijn, zoeken naar waarheid, mensen die in staat waren om wijselijk, bedachtzaam moeilijke levenskwesties op te lossen, die wisten hoe ze de impliciete betekenis van dingen en gebeurtenissen in het leven moesten begrijpen en zien. De oorsprong van de filosofie ligt al in oude mythen, waarin de mens probeerde een bepaald fenomeen van natuur en leven te verklaren. Mensen probeerden niet alleen de gebeurtenissen zelf te begrijpen, maar ook hoe ze met elkaar verbonden zijn, wat zijn hun redenen en redenen.
Maar het mythologische wereldbeeld was in de eerste plaats onbewezen en in de tweede plaats werd verre van alles in de mensenwereld uitgelegd. Daarom ontstonden voorwaarden voor de vorming van een filosofische manier van denken en cognitie, die rationeler en dieper is. Liefhebbers van wijsheid begrepen filosofie als de kunst van het extraheren van waarheid met behulp van rede en logica.
Filosofie als een speciaal wereldbeeld verscheen al voor onze jaartelling en ontwikkelde zich ongeveer parallel aan de oude wereld, het oude India en het oude China. Er wordt aangenomen dat het woord "filosofie" is bedacht door Pythagoras. Hij noemde zichzelf een filosoof of welke wijsheid dan ook, liefdevolle wijze gedachten. Volgens Pythagoras kan een man geen wijze zijn, omdat het hem niet is gegeven om alles te weten en te begrijpen. Helaas liet Pythagoras geen werken achter, dus de eerste auteur die het concept van "filosofie" in zijn werken gebruikte, is Heraclitus. Hij was degene die de uitdrukking bezat: 'Filosoofmannen moeten veel weten'. Van het oude Griekenland verspreidde de term zich naar landen in West-Europa en het Midden-Oosten.
De mens maakte zich zorgen over zowel zijnsvragen als vragen over de innerlijke wereld van de mens, de zin van zijn leven. De oude filosoof Socrates zei: 'Ken uzelf!' Hij geloofde dat iemand alleen door zichzelf te kennen zou begrijpen hoe hij moest leven.
Zo ontstond filosofie als gevolg van het verlangen van een persoon om de betekenis van het zijn en de aard van dingen te begrijpen. Hoewel geen van de grootste filosofen een eenduidig antwoord kon geven op mondiale vragen, omdat dit in principe onmogelijk is.